Onterechte opschorting betaling van aandelen. Wat zijn de consequenties?
Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis – bijvoorbeeld betaling – op te schorten totdat de schuldeiser zijn vordering voldoet (art. 6:52 BW). Hierover oordeelde de Hoge Raad recent bij de verkoop van aandelen van een vennootschap met het eigendom van het pand aan de Keizersgracht te Amsterdam (voorheen de openbare bibliotheek, nu hotel Andaz). Advocaat verbintenissenrecht en ondernemingsrecht Lennard Noordzij verdiepte zich in deze zaak.
Boete voor koper die deelbetaling aandelenpakket opschort?
De koper van het aandelenpakket schort deelbetalingen op in verband met een aanslag van de Belastingdienst met betrekking tot overdrachtsbelasting van het pand aan de Keizersgracht te Amsterdam (verder: het Pand). Deze aanslag van de Belastingdienst blijkt achteraf ongegrond. De vraag is wat de gevolgen moeten zijn wanneer het beroep op opschorting achteraf onterecht blijkt te zijn gedaan. Moet er een contractuele boete door de opschortende partij worden betaald? En heeft de verkoper recht op handelsrente?
Eerste termijn koopprijs aandelen betaald
De verkoper verkoopt eind 2007 aandelen aan de koper voor een koopprijs van € 22.500.000. Begin 2008 levert verkoper de aandelen en betaalt koper de eerste termijn van de koopprijs (€ 20.5 miljoen). Er resteerden toen nog twee betalingen, één van € 1.5 miljoen en één van € 500.000,-. Partijen namen aan dat ter zake van de koop van het Pand geen overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn. Dit op basis van een zogenaamde ‘ruling’ van de Belastingdienst.
Koper wijst verkoper op naheffingsaanslag
De Belastingdienst komt terug op de ‘ruling’ en laat in het najaar van 2008 weten dat zij voornemens is om aan de koper een naheffingsaanslag van € 2.7 miljoen op te leggen. Eind 2008 wijst koper de verkoper op de aangekondigde aanslag en deelt zij mede dat zij tot opschorting van de betaling van de restant-koopprijs (€ 2 miljoen) overgaat. Uiteindelijk wordt in 2012 op grond van een andere gerechtelijke procedure duidelijk dat de Belastingdienst geen aanslag kan opleggen voor overdrachtsbelasting met betrekking tot het Pand.
Vordering: koper moet restant-koopprijs, contractuele boete en handelsrente betalen
Verkoper vordert in deze procedure een veroordeling van koper tot betaling van de restant-koopprijs (€ 2 miljoen) en contractuele boete (€ 500.000), vermeerderd met de wettelijke handelsrente over deze beide bedragen. Aan haar vordering betreffende de boete heeft verkoper ten grondslag gelegd dat sprake was van een tekortkoming van koper, zij heeft immers onterecht haar betaling opgeschort van 2008 tot 2012, waardoor koper een contractuele boete van € 500.000,- heeft verbeurd. Koper heeft immers vanaf eind 2008 ten onrechte de betaling van de door haar verschuldigde restant-koopprijs (€ 2 miljoen) opgeschort.
Verkoper: beroep van koper op opschorting is ‘op eigen risico’
Verkoper stelt zich op het standpunt dat het beroep van de koper op opschorting “op eigen risico” geschiedt: blijkt later dat de schuldenaar geen (of een geringere) “tegenvordering” op zijn schuldeiser had, dan is er – achteraf gezien – ten onrechte opgeschort en is de schuldenaar zonder ingebrekestelling in verzuim geraakt.
Hoge Raad geeft koper gelijk
De Hoge Raad geeft de koper in deze zaak gelijk. Het feit dat de naheffingsaanslag achteraf gezien nimmer blijkt te hebben bestaan, brengt niet zonder meer mee dat de opschorting door koper onterecht was. De Hoge Raad nuanceert in deze zaak een eerder arrest (Ammerlaan/Enthoven), waarin hij oordeelde dat een achteraf geheel of gedeeltelijk ongegrond gebleken beroep op een opschortingsrecht meebrengt dat degene die dit beroep deed, daarmee direct als schuldenaar zonder ingebrekestelling in verzuim kwam te verkeren.
Boete koper niet verbeurd, geen handelsrente verschuldigd
De uitkomst is dat koper haar betalingsverplichting niet ten onrechte heeft opgeschort in de periode van 2008 tot 2012, met als gevolg dat zij niet in verzuim is geraakt. Dit betekent dat koper – bij gebreke van een tekortkoming – geen contractuele boete heeft verbeurd en ook geen wettelijke handelsrente verschuldigd is over de opgeschorte restant koopprijs van € 2 miljoen.