Mede-kredietnemer is borg: toestemming echtgenoot vereist

Thomas van Vugt Thomas van Vugt 20 juli 2012 3 min

Een vader die ten behoeve van zijn zoon een overeenkomst van geldlening bij een bank heeft mee getekend hoeft van het hof in Amsterdam niets terug te betalen aan die bank. Het hof vindt namelijk dat er sprake is van een overeenkomst van borgtocht. Nu zijn echtgenote niet heeft meegetekend heeft zij de overeenkomst terecht vernietigd. Advocaat verbintenissenrecht Thomas van Vugt bespreekt deze zaak en gaat in op het juridische verschil tussen hoofdelijke aansprakelijkheid en borgtocht.

Overeenkomst vernietigen

In deze zaak was een ondernemer ruim twintig jaar zakelijke klant bij een bank. Op enig moment introduceert de vader zijn zoon bij de bank. Tussen de zoon en de bank komt een (persoonlijke) kredietovereenkomst tot stand waardoor de zoon een lening aangaat waarmee zijn bestaande leningen worden afgelost. Omdat de kredietwaardigheid van de zoon niet voldoende is om het gehele benodigde bedrag te financieren, verlangt de bank dat de vader als mede-kredietnemer de kredietovereenkomst ondertekent en zich op die grond hoofdelijk aansprakelijk stelt voor de gehele schuld. Nadat er betalingsachterstanden zijn ontstaan, heeft de bank de kredietovereenkomst opgezegd en het restant van de geldlening opgeëist bij de vader. De echtgenote van de vader heeft vervolgens de kredietovereenkomst vernietigd op grond van het bepaalde in artikel 1:88 lid 1 sub c BW: de echtgenote heeft niet meegetekend bij het aangaan van de overeenkomst door haar man. De bank is het hier niet mee eens en start een procedure tegen de vader.

Toestemming echtgenoot

In artikel 1:88 lid 1 sub c BW staat dat een echtgenoot de toestemming  behoeft van de andere echtgenoot voor overeenkomsten die ertoe strekken dat hij, anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf, zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van de derde verbindt.

Borg of hoofdelijk aansprakelijk?

In hoger beroep oordeelt het hof dat de vader dient worden aangemerkt als borg en merkt in dit kader het volgende op. Er kan sprake van een overeenkomst van borgtocht zijn wanneer een derde zich verbindt om de schuld van een ander te voldoen en hij zich bij de schuldeiser aandient als iemand die deze schuld zelf niet aangaat. Door deze derde, in deze zaak de vader, in de kredietovereenkomst als mede-kredietnemer op te nemen, die hoofdelijk voor de gehele schuld aansprakelijk is, kan niet worden voorkomen dat deze derde wordt aangemerkt als borg. De bank was bovendien op de hoogte van het feit dat de lening slechts ten behoeve van de aflossing van de schulden van de zoon werd verstrekt. De lening is ook daadwerkelijk aangewend voor het aflossen van die schulden. Er is naar het oordeel van het hof dan ook materieel sprake van een borgtocht en niet van hoofdelijke aansprakelijkheid. De echtgenote kon dan ook tot vernietiging van de kredietovereenkomst over gaan.

Lees hier het arrest van het gerechtshof Amsterdam.

Advocaat borgtocht

De ondernemingsrecht advocaten van AMS Advocaten hebben veel ervaring met adviseren en, indien dan nodig is, procederen over overeenkomsten van borgtocht. De advocaten van AMS zijn sterk betrokken bij de zaken van hun cliënten, werken met korte lijnen en bieden scherpe tarieven.