De rechtspraak heeft in augustus 2014 een geactualiseerde versie van de beslagsyllabus gepubliceerd. De meest recente versie is onder meer verrijkt met een passage over derdenbeslag bij vormerkung (inschrijving van een koopovereenkomst van onroerend goed, waardoor na de ingeschreven koop gelegd beslag op dat goed niet aan de koper kan worden tegengeworpen). Voorts is een uitgebreide paragraaf opgenomen over bewijsbeslag, naar aanleiding van ontwikkelingen in de jurisprudentie. Advocaat beslag- en executierecht Hidde Reitsma geeft een toelichting.
Derdenbeslag bij Vormerkung
De inschrijving van een koop in het kadaster maakt een beslag op het betreffende goed in feite nutteloos. Juist omdat er in de situatie van een ingeschreven koop een koper is gevonden (en dus op korte termijn een transactie plaatsvindt), en de identiteit van die koper – die aan de eigenaar de koopsom moet betalen – ook bekend is, wordt in de praktijk vaak derdenbeslag gelegd onder die koper. Omdat vaak ook nog een hypotheek moet worden afgelost, leverde dit in de praktijk wel problemen op. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 juli 2013 beslist dat derdenbeslag onder de koper niet in strijd is met de regels van de Vormerkung, en dus gewoon mogelijk is.
Beslagsyllabus beoogt beslagmogelijkheden onder koper te beperken
De laatste beslagyllabus beoogt paal en perk te stellen aan de belagmogelijkheden onder de koper. De syllabus – die geen wet is, maar slechts als richtlijn heeft te gelden – bepaalt dat de voorzieningenrechter zal moeten meewegen dat “derdenbeslag niet alleen de werking van de Vormerkung volledig frustreert, maar in de regel ook uiteindelijk geen doel kan treffen. Immers de koper kan de koopsom niet onder de notaris storten omdat hij deze voor de beslaglegger onder zich dient te houden. Dat is een beletsel dat van de zijde van de schuldeiser is opgekomen en hem kan worden toegerekend en leidt daarom tot schuldeisersverzuim (art. 6:58 BW). De koper kan dan op grond van art. 6:60 BW vorderen dat hij van zijn verplichting wordt bevrijd. Tegelijk zal deze situatie ertoe leiden dat de verkoper niet vrij van hypotheken en beslagen kan leveren, hetgeen in de regel (in of buiten rechte) tot ontbinding van de koopovereenkomst zal leiden. In beide gevallen treft het beslag uiteindelijk geen doel omdat de vordering van de beslagdebiteur op de koper vervalt, hoewel er mogelijk wel een vermogensbestanddeel (de overwaarde) was waarop verhaal mogelijk was.”
Syllabus: voorzieningenrechter beoordelen of beslaglegger misbruik van recht maakt
De syllabus bepaalt nu dat de voorzieningenrechter met inachtneming van alle omstandigheden van het geval zal moeten beoordelen of de beslaglegger misbruik van recht in de zin van art. 3:13 BW zou maken als hij het beslag zou leggen. Als hij geen redelijk belang bij de beslaglegging heeft en deze slechts schade (in de relatie tussen en dus bij de verkoper en koper en de verkoper) oplevert, is dat grond het verlof te weigeren.
Voorontwerp wetsvoorstel aanpassing Vormerkung bij beslag
Overigens is inmiddels een voorontwerpt van ene wetswijziging op dit punt tot stand gekomen. Dat voorstel beoogt het mogelijk te maken dat de koper ondanks het beslag zijn recht op daadwerkelijke nakoming (levering van het gekochte, tegen betaling van de koopsom) te effectueren. Daarom is voorgesteld de koper in geval van Vormerkung, ondanks een na de Vormerkung onder hem gelegd beslag, toe te staan de koopsom bevrijdend te kunnen betalen onder de notaris.