De partij die een procedure verliest, moet de proceskosten van de winnende partij betalen. Deze proceskostenveroordeling is echter zelden kostendekkend. Soms kan de rechter bepalen dat de verliezende partij de werkelijk gemaakte kosten van de winnende partij moet vergoeden. Advocaat Lennard Noordzij bespreekt deze situatie aan de hand van een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam.
Proceskostenveroordeling
De wet bepaalt dat de verliezende partij de proceskosten van de winnende partij moet betalen in een juridische procedure. Het idee hierachter is dat de winnende partij geen kosten zou moeten maken om zijn gelijk te halen.
Op de proceskostenveroordeling bestaan enkele nuances. Zo worden de kosten die de partij heeft gemaakt begroot conform de daarvoor geldende ‘liquidatietarieven’. In deze tarieven wordt per (proces)handeling aangegeven welke vergoeding de verliezende partij aan de winnende partij moet betalen. Daarnaast kan de rechter in bepaalde gevallen bepalen dat er géén proceskostenveroordeling plaatsvindt, bijvoorbeeld als de winnende partij nodeloos kosten heeft gemaakt.
Werkelijke kosten; misbruik van procesrecht
Een proceskostenveroordeling is zelden kostendekkend voor de winnaar. Echter, in bijzondere gevallen kan de rechter beslissen dat de verliezende partij niet de kosten volgens de liquidatietarieven, maar de werkelijke kosten die de winnende partij heeft gemaakt moet betalen. De eisen voor een werkelijke kostenveroordeling liggen wel hoog. Er moet sprake zijn van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de eiser zijn vordering niet had mogen instellen, omdat die vordering evident ongegrond was.
Voorbeeld: incassobureau handelt onrechtmatig
Toch komt het voor dat de rechter een vordering tot vergoeding van de werkelijke kosten toewijst. Zo overwoog de rechtbank Amsterdam recent dat een incassobureau de werkelijke proceskosten van haar cliënt moest betalen, omdat het bedrijf onrechtmatig had gehandeld.
De feiten: de cliënt had vorderingen op derden (debiteuren) en instrueerde het incassobureau om tot incasso over te gaan. Daarop stuurde het bedrijf brieven aan de debiteuren en alle debiteuren hebben vervolgens betaald. Maar het bureau berichtte aan de cliënt dat de debiteuren niet hadden betaald en adviseerde om een procedure te starten. De cliënt – niet wetende dat de betalingen inmiddels binnen waren – ging op dit advies in en betaalde vervolgens de kosten voor het opstellen van de processtukken. Het incassobureau en de cliënt raakten in onmin en troffen een schikking. Maar het bedrijf kwam deze schikking niet na, waarop de cliënt besloot een procedure te starten.
Proceskostenveroordeling op zijn plaats
De rechtbank vond een werkelijke proceskostenveroordeling hier op zijn plaats. Doordat de debiteuren de openstaande betalingen hadden voldaan, was het immers evident dat de vorderingen in een procedure zouden worden afgewezen. Daarnaast had het incassobureau de cliënt onjuist geïnformeerd over de wijze waarop de proceskosten uiteindelijk zouden worden verhaald. Het incassobureau werd daarom veroordeeld tot betaling van ruim € 3.000 aan advocaatkosten.
Conclusie
Procederen kost geld. Maar als de verliezende partij misbruik heeft gemaakt van procesrecht of onrechtmatig heeft gehandeld, kan de verliezer worden veroordeeld in de werkelijke proceskosten.
Heeft u vragen over het starten van procedures en de verdeling van de proceskosten? Neem dan contact op met AMS Advocaten!