Rechter wijst getuigenverhoor af in verband met complottheorieën
De rechtbank heeft in een recent vonnis het verzoek om het mogen houden van een voorlopig getuigenverhoor afgewezen. Een voorlopig getuigenverhoor kan degene die daarom verzoekt in staat stellen duidelijkheid te krijgen over bepaalde feiten voordat hij een procedure start. Op die manier kunnen de proceskansen beter ingeschat worden. De rechtbank kan een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor echter afwijzen, bijvoorbeeld als er sprake is van misbruik van recht, strijd met de goede procesorde of een ander zwaarwichtig bezwaar. In de zaak die voor de rechtbank Den Haag diende, was de rechtbank van oordeel dat er van een dergelijk zwaarwichtig bezwaar sprake was. De verzoeker had haar verzoek namelijk gebaseerd op vermoedens en complottheorieën. Advocaat procesrecht Thomas van Vugt bespreekt de uitspraak.
Complot Belastingdienst en Gemeente
De verzoeker tot het voorlopig getuigenverhoor was een in Ras Al Khaimah in de Verenigde Arabische Emiraten gevestigde vennootschap genaamd ‘Divine Investments’. Haar dochtervennootschappen hadden op enig moment onroerend goed verkocht aan de Gemeente Rotterdam voor een bedrag van € 13 miljoen. Daarbij was afgesproken dat € 5 miljoen in depot zou worden gehouden voor eventueel verhaal voor belastingschulden van die dochters. De dochters zijn op 16 augustus 2013 door de rechtbank Rotterdam failliet verklaard. Divine was echter ook houder van op de panden gevestigde hypotheekrechten en was bestuurder en enig aandeelhouder van de dochters. Vervolgens zijn diverse geschillen ontstaan tussen Divine en de curator van de dochter en tussen de Divine en de Belastingdienst.
Complottheorie
Divine denkt dat de Belastingdienst opzettelijk onjuiste aanslagen heeft opgelegd en geïncasseerd met als doel de belangen van Divine zoveel mogelijk te schaden. Bovendien zou de Belastingdienst samenspannen met de Gemeente Rotterdam en misschien zelfs met het Openbaar Ministerie en zou zij daarbij afspraken hebben gemaakt om zo hoog mogelijke en onjuiste belastingaanslagen op te leggen. Het doel daarvan zou zijn om het in depot gehouden bedrag van € 5 miljoen weg te laten vloeien in de staatskas.
Onrechtmatig handelen Belastingdienst
De Belastingdienst zou volgens Divine niet alleen samenspannen met de Gemeente Rotterdam maar ook met de Gemeente Zundert en met de curator waarbij dan afspraken zouden zijn gemaakt om een aandelenoverdracht van één van de dochters naar Divine te vernietigen op grond van de faillissementspauliana. En tot slot zou de Belastingdienst ook nog eens onrechtmatig handelen. Om die theorieën te onderbouwen en om aan te tonen dat er sprake is van een complot tussen de verschillende overheidsorganen wil Divine getuigen horen.
Voorlopig getuigenverhoor ‘fishing expedition’?
De rechtbank maakt, nadat de Staat verweer heeft gevoerd, korte metten met het verzoek. Het verzoek is namelijk gebaseerd op vermoedens en complottheorieën die niet of onvoldoende zijn onderbouwd. Er zijn bovendien geen concrete aanknopingspunten gesteld die deze vermoedens rechtvaardigen. Het verzoek is om die reden niet toewijsbaar. Bovendien zou toewijzing van het verzoek alleen maar leiden tot een zogenaamde fishing expedition waarvoor het voorlopig getuigenverhoor niet is bedoeld.
Verzoek moet goed onderbouwd worden
De rechtbank wijst het verzoek daarom af. Hoewel deze zaak betrekking had op een vrij extreem geval, geldt dat een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor te mogen houden uiteraard wel voldoende dient te zijn onderbouwd. Ondanks dat de mogelijkheid tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor juist in het leven is geroepen om de proceskansen van een procedure in te kunnen schatten, mag het niet leiden tot een fishing expedition.
Advies van advocaat procesrecht
Daarnaast geldt dat vermoedens – vooral als die onwaarachtig zijn – veelal onvoldoende zullen zijn tot toewijzing van een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor te mogen houden. Een advocaat weet op welke juiste wijze u informatie van een derde partij kunt krijgen.