In een recente conclusie besprak PG Assink van de Hoge Raad uitvoerig het ingewikkelde leerstuk van de nietige en vernietigbare besluiten van rechtspersonen. In de praktijk komt het vaak voor dat binnen een vennootschap besluiten worden genomen die aantastbaar zijn – om wat voor reden ook. Dergelijke besluiten van organen van de vennootschap, kunnen volgens het rechtspersonenrecht nietig of vernietigbaar zijn. Deze blog bespreekt de verschillen tussen nietige en vernietigbare besluiten en de rechtsgevolgen van aantastbare besluiten in de praktijk.
Vernietigbaarheid vs. nietigheid
Enerzijds wordt een nietige rechtshandeling geacht nooit te hebben plaatsgevonden. Een nietig besluit heeft daardoor geen rechtsgevolgen. Aan de andere kant roept een vernietigbare rechtshandeling wel rechtsgevolgen in het leven. Pas als een vernietigbaar besluit in rechte wordt vernietigd, wordt dit geacht nooit te hebben bestaan.
Criteria nietigheid van een rechtspersoon
De nietigheid van een besluit is geregeld in artikel 2:14 BW. Een besluit kan nietig zijn wanneer:
- het besluit in strijd is met de wet of statuten, tenzij uit de wet anders voortvloeit;
- het besluit is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of statuten voorgeschreven voorafgaande handeling van of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen.
De eerste categorie ziet uitdrukkelijk niet op gevallen waarin sprake is van strijd met een wettelijke of statutaire bepaling die de totstandkoming van het besluit regelt (bijvoorbeeld een te korte oproepingstermijn voor de algemene vergadering). Een dergelijk besluit is vernietigbaar. Hetzelfde geldt voor een besluit dat is genomen in strijd met (in beginsel wettelijke) redelijkheid en billijkheid ex artikel 2:8 BW.
De tweede categorie ziet op bijvoorbeeld het ontbreken van een statutair vereiste goedkeuring van de raad van commissarissen of een algemene vergadering van aandeelhouders voor bepaalde voorgenomen besluiten van het bestuur.
Criteria vernietiging van een besluit van een rechtspersoon
Op grond van artikel 2:15 BW, kan een besluit van een orgaan van een rechtspersoon door de rechter worden vernietigd wegens:
- strijd met de wet of de statuten;
- strijd met de redelijkheid en billijkheid ex artikel 2:8 BW;
- strijd met een reglement.
Een vordering tot vernietiging wordt gedaan bij de bevoegde bodemrechter en kan worden ingesteld tegen de rechtspersoon door een bij het besluit betrokken partij of door een bestuurder.
In het geval het van belang is dat de werking van een vernietigbaar besluit snel wordt aangetast (bijvoorbeeld bij een nietig of vernietigbaar besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurder), kan in een kort geding gevorderd worden dat de werking van het besluit voorlopig geschorst wordt. Dit betekent wel dat er vervolgens alsnog een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt om de nietigheid of vernietigbaarheid door de rechter vast te laten stellen.
Advocaat bij aandeelhoudersgeschil
De ondernemingsrecht-advocaten van AMS hebben veel ervaring met het optreden in zaken waarbij sprake is van een aandeelhoudersgeschil. Het is in dergelijke situaties altijd raadzaam een in ondernemingsrecht gespecialiseerde advocaat in te schakelen. Neem gerust contact op met AMS Advocaten als u vragen heeft over nietigheid of de vernietiging van een besluit, een aandeelhoudersgeschil of een andere ondernemingsrechtelijke bepaalde situatie.