Bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor schuld aan crediteur?
Crediteur X was door de rechtbank veroordeeld om ruim € 45.000 te betalen aan een BV. Crediteur X heeft aan deze veroordeling gehoor gegeven. In hoger beroep is deze veroordeling teruggedraaid. Als gevolg hiervan moest de BV dit bedrag aan de crediteur terugbetalen wegens onverschuldigde betaling. Echter, op dat moment had de BV onvoldoende financiële middelen om aan deze betalingsverplichting te voldoen. De BV ging dan ook niet veel later failliet. Kan de crediteur de bestuurder in privé aanspreken op terugbetaling? Advocaat ondernemingsrecht Thomas van Vugt legt uit aan de hand van een recente rechtszaak.
Procedure wegens bestuurdersaansprakelijk
De crediteur was na het faillissement een procedure gestart tegen de bestuurders wegens bestuurdersaansprakelijkheid. Volgens de crediteur hadden de bestuurders onrechtmatig gehandeld door (i) het niet (tijdig) deponeren van de jaarrekeningen en (ii) het volledig leeghalen van de BV. De rechtbank wees de vordering van de crediteur echter af.
Nalaten deponeren jaarrekening onbehoorlijk bestuur
De crediteur gaat in hoger beroep. Het hof buigt zich allereerst over het verwijt dat de bestuurders hebben nagelaten één of meer jaarrekeningen te deponeren. Dit brengt met zich mee dat er sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Een curator kan dan de bestuurders van een failliete onderneming aanspreken om alle schulden van de BV te betalen. Het is dan aan de bestuurders om aan te tonen dat het wanbeleid niet de oorzaak is geweest van het faillissement.
Persoonlijke aansprakelijkheid bij onbehoorlijk bestuur
Deze aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover de curator brengt –volgens het hof- echter niet zonder meer met zich mee dat de bestuurders ook tegenover individuele crediteuren onrechtmatig hebben gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW. Hiervoor zijn bijzondere omstandigheden nodig (en die zijn in deze zaak niet aangevoerd).
Persoonlijk verwijt vereist bij bestuurdersaansprakelijkheid
Wat betreft het verwijt dat de bestuurders de BV hebben leeggehaald zodat verhaal voor de crediteur werd gefrustreerd stelt het hof het volgende voorop. Een bestuurder kan onrechtmatig handelen tegenover een crediteur van de rechtspersoon als de bestuurder medewerking verleent aan een doen of nalaten van de rechtspersoon waardoor wordt bewerkstelligd of toegelaten dat de rechtspersoon haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. Voor aansprakelijkheid is evenwel vereist dat de bestuurder een ernstig verwijt valt te maken van zijn handelen.
Geen bewuste benadeling crediteur door bestuurders
In deze zaak is dit volgens het hof niet aan de orde. De bestuurders hoefden er bij de verrekening van een langlopende schuld aan de aandeelhouder in 2007–waardoor het vermogen van de BV werd verminderd- geen rekening mee te houden dat het vonnis waarin de crediteur tot betaling werd veroordeeld zou worden vernietigd in 2009. Er is niet gebleken dat de bestuurders wisten of behoorden te weten dat door deze verrekening verhaal aan de crediteur enkele jaren later niet meer mogelijk zou zijn. Het hof bekrachtigd het vonnis van de rechtbank.