Tegenstrijdig-belangregeling stichting en vereniging op de schop
Op 28 januari 2020 stemde de Tweede Kamer voor het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Dit wetsvoorstel verduidelijkt de regeling voor bestuur en toezicht bij verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen en stichtingen. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. In een blogserie bespreekt advocaat ondernemingsrecht Sjoerd Yntema de implicaties van dit wetsvoorstel voor de praktijk. In dit blog ligt de focus op de toekomstige tegenstrijdig-belangregeling voor bestuurders van stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.
Tegenstrijdig belang
Er is sprake van een tegenstrijdig belang wanneer een bestuurder een direct of indirect belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de rechtspersoon en de daaraan verbonden onderneming. Een nadere invulling van het begrip ‘tegenstrijdig belang’ is te vinden in het Bruil-arrest.
Bruil-arrest
In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat een bestuurder een tegenstrijdig belang heeft wanneer de bestuurder door een persoonlijk belang, of door zijn betrokkenheid bij een ander belang dat niet parallel loopt met dat van de rechtspersoon, niet in staat moet worden geacht het belang van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming te bewaken op een wijze die van een integer en onbevooroordeeld bestuurder mag worden verwacht.
Het is daarbij niet vereist dat zeker is dat de betrokken rechtshandeling daadwerkelijk tot benadeling van de vennootschap zal leiden. Het is voldoende dat de bestuurder te maken heeft met zodanig onverenigbare belangen, dat in redelijkheid kan worden betwijfeld of hij zich bij zijn handelen uitsluitend heeft laten leiden door het belang van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming.
Huidige regeling
Voor verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen is de regeling op dit moment dat in het geval van één bestuurder met tegenstrijdig belang, het gehele bestuur vertegenwoordigingsonbevoegd wordt en de algemene vergadering een vertegenwoordiger van de rechtspersoon mag aanwijzen. Voor de stichtingen bestaat op dit moment geen tegenstrijdig-belangregeling. De wetgever heeft dit, mede ingegeven door misstanden bij woningcoöperaties en zorginstellingen, met het wetsvoorstel beter willen regelen.
Toekomstige wijzigingen
Onder het wetsvoorstel mag een bestuurder niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over een bepaald onderwerp, indien hij ten aanzien daarvan een tegenstrijdig belang heeft. Als een bestuurder dit toch doet, dan is sprake van een vernietigbaar besluit. De rest van het bestuur blijft in het geval van een tegenstrijdig belang van één bestuurder in beginsel gewoon bevoegd.
Voor de vereniging (en dus ook voor de coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij) zal gaan gelden dat als alle bestuurders geconflicteerd zijn, de Raad van Commissarissen (RvC) bevoegd wordt. Is ook de RvC geconflicteerd, dan wordt de algemene vergadering bevoegd.
Aangezien de stichting geen algemene vergadering heeft, zal hier een iets andere regeling gaan gelden. Indien de stichting een RvC heeft, zal in het geval van tegenstrijdig belang bij het gehele bestuur het besluit genomen worden door de RvC. Indien ook de RvC een tegenstrijdig belang heeft, neemt zij toch het besluit, maar dienen de overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen schriftelijk te worden vastgelegd.
Wanneer er geen RvC is, blijft ook in het geval van een tegenstrijdig belang het bestuur bevoegd. Echter, het bestuur moet ook de aan het besluit ten grondslag liggende overwegingen schriftelijk vastleggen.
Advocaat ondernemingsrecht
De advocaten van AMS adviseren en procederen regelmatig over situaties waarin sprake is van (mogelijk) tegenstrijdig belang bij leden van organen van rechtspersonen.