Ondernemingskamer: schorsing tijdelijk bestuurder wegens schending zorgplicht?
De Ondernemingskamer heeft in 2017 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van BV X, de zogenaamde enqueteprocedure. Bij wijze van onmiddellijke voorziening is de bestuurder geschorst en is mr. A benoemd tot (tijdelijk) zelfstandig bevoegd bestuurder. Gedurende het onderzoek heeft een aandeelhouder de Ondernemingskamer verzocht de tijdelijk bestuurder te schorsen. Hoe oordeelt de Ondernemingskamer op dit verzoek? Advocaat ondernemingsrecht Hidde Reitsma licht de uitspraak toe.
Nietige transactie
In deze zaak speelde het volgende. De tijdelijke bestuurder die door de Ondernemingskamer was aangesteld had een assessment uitgevoerd naar de rechtsgeldigheid van de aandelentransactie aan Exem. De bestuurder was tot de conclusie gekomen dat de aandelen op onrechtmatige wijze waren overgedragen en dat de overdracht hierdoor nietig was. Exem was dus geen aandeelhouder geworden van BV X.
Verzoek schorsing
Exem was het niet eens met deze assessment en diende een verzoek in bij de Ondernemingskamer om een nieuwe bestuurder te benoemen. Volgens Exem had de tijdelijk bestuurder zijn taak onvoldoende zorgvuldig uitgeoefend door eenzijdig het assessment op te stellen en had hierbij geen rekening gehouden met het standpunt en het belang van Exem. De tijdelijk bestuurder was bovendien met zijn handelen buiten de grenzen van zijn taak en bevoegdheid getreden.
Zorgvuldigheidsverplichting
Volgens de wet dient een tijdelijk bestuurder zijn taak als bestuurder zelfstandig en naar eigen inzicht te vervullen. Bij de vervulling van deze taak zal de tijdelijk bestuurder het belang van de vennootschap in acht nemen. Ook dient de tijdelijk bestuurder ervoor zorg te dragen dat belangen van bij de vennootschap betrokken partijen (zoals bv. aandeelhouders) niet onnodig of onevenredig worden geschaad.
Taken bestuurder
De Ondernemingskamer overweegt dat uit het assessment blijkt dat de tijdelijk bestuurder zijn taak in lijn met de hiervoor genoemde zorgplicht heeft uitgevoerd. Anders dan Exem stelt, is de taak van de tijdelijk bestuurder in deze zaak niet beperkt tot het “doen wat nodig is om de continuïteit van de vennootschap te waarborgen”. De Ondernemingskamer heeft bij de benoeming van de tijdelijk bestuurder overwogen dat de bestuurder naar eigen inzicht zou kunnen handelen.
Maatregelen tegen onrechtmatige toestand
Wel brengt de zorgvuldigheidsverplichting met zich mee dat de tijdelijk bestuurder bij het opstellen van het assessment (o.m.) Exem moet informeren over de bevindingen en gelegenheid moet bieden voor weerwoord. Dit heeft de tijdelijk bestuurder gedaan dus er is geen sprake van onzorgvuldig handelen. Overigens acht de Ondernemingskamer dat de tijdelijk bestuurder in redelijkheid heeft kunnen concluderen dat Exem geen aandeelhouder is geworden. Uit de stukken blijkt immers dat er ernstige onregelmatigheden (zelfs strafbare feiten) bij de aandelentransactie zijn geconstateerd. Het mag vervolgens van een zorgvuldig handelend bestuurder worden verwacht dat bij een ontdekking van een onrechtmatige toestand binnen een vennootschap er maatregelen worden getroffen.
Advocaat ondernemingskamer
Er is niet gebleken dat de tijdelijk bestuurder onzorgvuldig of onredelijk heeft gehandeld. Het verzoek van Exem om hem van zijn taak als tijdelijk bestuurder te ontheffen wordt daarom afgewezen.