Het kort-geding als vangnet voor de Ondernemingskamer

Onno Hennis Onno Hennis 2 juni 2021 4 min

Uit de zaak omtrent vliegtuigenhandelaar Avinco blijkt dat de voorzieningenrechter soms als vangnet kan dienen voor een aandeelhouder, wanneer hij bot vangt bij de Ondernemingskamer. De voorzieningenrechter kan immers dezelfde of vergelijkbare ingrijpende maatregelen treffen, zoals het aanstellen van een tijdelijke (onafhankelijke) bestuurder of beheerder van aandelen. Advocaat Ondernemingsrecht Onno Hennis licht de uitspraak toe.

Achtergrond

De zaak draait om geschillen binnen de Nederlandse vennootschap Avinco. Aandeelhouders zijn de Curaçaose vennootschap AGH (74%) en de Maltese vennootschap Eolia (26%). Het bestuur van Avinco werd gevoerd door een trustkantoor.

Familiekwestie

AGH is een familievennootschap. In 2016 ontstaat er ruzie tussen vader, die de ultimate beneficial owner is van AGH, en zijn zoon die namens hem op basis van een volmacht bij AGH actief is. Deze ruzie leidt er uiteindelijk toe dat vader zijn zoon ontslaat en zichzelf benoemt als bestuurder van AGH.

Aandeelhoudersvergadering

Kort voor zijn ontslag had de zoon namens AGH het bestuur van Avinco (het trustkantoor) al verzocht om een aandeelhoudersvergadering te beleggen bij Avinco waarop over de verkoop of liquidatie van Avinco zou moeten worden gestemd.

Verplaatsing van de ava

Daags voor de vergadering heeft vader het trustkantoor geïnformeerd dat hij de vertegenwoordigingsbevoegde bestuurder namens AGH was en niet langer zijn zoon. Verder informeerde vader het trustkantoor dat hij ernstige bezwaren had tegen de voorgenomen besluiten. Vanwege onduidelijkheid over wie AGH zou vertegenwoordigen bij de vergadering heeft het trustkantoor daarop de vergadering uitgesteld.

Enquêteprocedure

Eolia die met vader meent dat de zoon met de geagendeerde verkoop c.q. liquidatie beoogde de onderneming ‘leeg te trekken’ begint daarop een enquêteprocedure. De Ondernemingskamer constateert dat door het geschil tussen vader en zoon over de vertegenwoordigingsbevoegdheid binnen AGH onzekerheid zal ontstaan over de rechtsgeldigheid van eventueel op de vergadering te nemen besluiten. De Ondernemingskamer concludeert dat de aandeelhoudersvergadering hierdoor niet naar behoren functioneert, hetgeen gegronde redenen vormt om aan een juist beleid te twijfelen.

Beheerder van aandelen

Om de rechtsgeldigheid van de besluiten in de aandeelhoudersvergadering te waarborgen stelt de Ondernemingskamer bij wege van onmiddellijke voorziening direct een beheerder van de aandelen die AGH in Avinco houdt aan. Voor het overige houdt de Ondernemingskamer de zaak aan en zal na een maand aan partijen verzoeken zich uit te laten over de verdere voortgang van de procedure.

Geen onderzoek

Na voortzetting van de behandeling wijst de Ondernemingskamer een klein jaar later het enquêteverzoek (alsnog) af, omdat volgens haar de kernvraag wie er namens AGH bevoegd is niet kan worden beantwoord in en door het gelasten van een enquête bij Avinco. Daarover zal een buitenlandse rechter zich namelijk moeten uitlaten. Een onderzoek is volgens de Ondernemingskamer daarom niet opportuun. 

Ontheffing beheerder

Omdat een onmiddellijke voorziening slechts kan worden getroffen als een enquête is gelast (of een verzoek daartoe aanhangig is), zal als gevolg van de afwijzing door de Ondernemingskamer de beheerder van de aandelen van AGH uit zijn functie worden ontheven. De aandelen komen daarbij dus weer in handen van AGH en dus bij de ruziënde vader en zoon. De Ondernemingskamer overweegt in haar beschikking dan ook dat als gevolg daarvan de problemen bij Avinco mogelijk weer zullen opspelen.

Aftreden bestuurder

Dat gebeurt dan ook. Sterker, de problemen bij Avinco worden alleen maar groter. Als de zoon opnieuw een verzoek doet aan Avinco om een aandeelhoudersvergadering te beleggen waarop over de verkoop c.q. de liquidatie van de onderneming zal worden besloten, informeert het trustkantoor hem dat zij is afgetreden als bestuurder. Aangezien het trustkantoor enig bestuurder was, is de vennootschap op dat moment stuurloos.

Kort-geding

Daarop start Eolia een kortgedingprocedure. Zij vraagt de voorzieningenrechter de aandelen AGH opnieuw onder te brengen bij een beheerder en tevens een tijdelijk bestuurder aan te wijzen bij Avinco. De voorzieningenrechter wijst deze vorderingen toe. Daarbij overweegt zij onder meer dat liquidatie een ultimum remedium is en niet een manier om een aandeelhoudersgeschil op te lossen, te meer in het licht van de kapitaalsvernietiging die daarmee gepaard gaat. Eolia krijgt dus alsnog haar (onafhankelijke bestuurder) bij Avinco.

AMS Advocaten: uw trusted advisor bij ondernemingsrechtelijke geschillen

Uit de uitspraak blijkt dat er verschillende fora zijn waar een belanghebbende in een aandeelhoudersgeschil voorzieningen kan vragen. Welke gang het meest effectief is zal afhangen van de feiten. Wilt u daarover sparren, neem dan gerust contact op met AMS Advocaten.