De enquêteprocedure: wie is er bevoegd een enquête te verzoeken?

Onno Hennis Onno Hennis 18 juli 2022 4 min

In de ondernemingsrechtpraktijk van AMS Advocaten wordt veel geadviseerd en geprocedeerd over geschillen binnen een onderneming. Dit gaat om geschillen op aandeelhoudersniveau, maar vaak ook om een geschil tussen het bestuur en een ander orgaan van de vennootschap. In geschilsituaties kan de gang naar de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam (de OK) soms uitkomst bieden. In deze blog gaat advocaat ondernemingsrecht Onno Hennis in op de procedure voor de OK en de vereisten om een zogenaamde “enquêteprocedure” aanhangig te maken.

De enquêteprocedure

Het Nederlandse vennootschapsrecht kent in artikel 2:344 e.v. BW een bijzondere gerechtelijke procedure. De OK kan op verzoek een onderzoek gelasten naar het beleid en de gang van zaken binnen de vennootschap. De OK wijst het verzoek een onderzoek te gelasten alleen toe wanneer is gebleken van “gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen”. Wanneer een onderzoek wordt bevolen, benoemt de OK onderzoekers, die na enige tijd verslag doen van hun onderzoek. In de tweede fase van de enquêteprocedure wordt op basis van het onderzoeksverslag vastgesteld of sprake is van wanbeleid. De OK kan bij deze vaststelling eindvoorzieningen treffen op verzoek van de oorspronkelijke verzoekers.

Hoewel de enquêteprocedure in beginsel gericht is op sanering en herstel van de goede verhouding, wordt deze dikwijls aangegrepen om in een geschilsituatie iets te forceren. Naast het gelasten van een onderzoek en eindvoorzieningen is de Ondernemingskamer namelijk ook bevoegd om gedurende het geding onmiddellijke voorzieningen te treffen, zoals het schorsen van bestuurders, het benoemen van tijdelijke bestuurders en het overdragen van aandelen ten titel van beheer.

Enquêtebevoegdheid

De wet geeft in artikel 2:346 en 2:347 BW slechts aan bepaalde entiteiten de bevoegdheid tot het verzoeken van een enquête bij de OK, te weten:

  • een of meer aandeelhouders/certificaathouders van een NV of BV, die alleen of gezamenlijk ten minste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen indien het geplaatste kapitaal maximaal EUR 22,5 miljoen bedraagt of rechthebbenden zijn tot een bedrag daarvan tot een nominale waarde van EUR 225.000;
  • een of meer aandeelhouders/certificaathouders van een NV of BV, die alleen of gezamenlijk ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen indien het geplaatste kapitaal meer dan EUR 22,5 miljoen bedraagt;
  • de vennootschap zelf;
  • degenen aan wie daartoe bij de statuten of bij de overeenkomst met de rechtspersoon de bevoegdheid is toegekend;
  • de advocaat-generaal om redenen van openbaar belang;
  • een vereniging van werknemers.

Verruiming enquêtebevoegdheid

De OK heeft in een aantal belangrijke uitspraken geoordeeld dat de verschaffer van risicodragend kapitaal die een eigen economisch belang heeft in de vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, in sommige gevallen gelijkgesteld kan worden met de aandeelhouder of certificaathouder bedoeld in art. 2: 346 BW. Het moet dan gaan om een situatie waarin aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden geoordeeld dat het eigen economische belang van de verschaffer van risicodragend kapitaal zodanig is dat dit op één lijn kan worden gesteld met het belang van een aandeelhouder of van een certificaathouder van die vennootschap. Of sprake is van een economisch belang dat gelijkgesteld kan worden aan het belang van een enquêtebevoegde aandeel- of certificaathouder, verschilt van geval tot geval.

Uit de rechtspraak volgen voorbeelden van zowel contractuele verhoudingen, goederenrechtelijke aanspraken of indirect aandeelhouderschap, die aanleiding kunnen geven tot enquêtebevoegdheid. In de belangrijke Chinese Workers uitspraak van de Hoge Raad is bepaald dat een aandeelhouder in een buitenlandse vennootschap bevoegd kan zijn een enquêteverzoek bij een Nederlandse dochtervennootschap in te stellen, waarbij de buitenlandse holding wordt weggedacht, omdat daaraan geen reële betekenis toekomt. De OK heeft in 2015 ook voor aandeelhouders die als gevolg van onjuist beleid hun hoedanigheid van aandeelhouder verliezen enquêtebevoegdheid aangenomen.

Tot slot

De wettelijke kring van enquêtebevoegden is de afgelopen decennia in de rechtspraak uitgebreid. Voor veel partijen kan de enquêteprocedure een nuttig middel zijn om het beleid binnen de vennootschap te laten onderzoeken en om in geschilsituaties een oplossing te forceren.

AMS Advocaten staat geregeld aandeelhouders, bestuurders en andere organen bij in enquêteprocedures. Voor verdere informatie over de enquêteprocedure en andere vormen van corporate litigation kunt u contact opnemen met ons kantoor.