Slaafse nabootsing lolly-display door concurrent onrechtmatig?

Hidde Reitsma Hidde Reitsma 5 maart 2015 3 min

In een recent kort geding liepen de gemoederen hoog op tussen twee concurrerende producenten van kinderlolly’s. De één zou de lolly-display van de ander zonder toestemming hebben gekopieerd. Was hier sprake van slaafse nabootsing? En is slaafse nabootsing eigenlijk verboden? Advocaat intellectueel eigendomsrecht Hidde Reitsma bespreekt de uitspraak.

Staking gebruik displays eisen in kort geding

Partijen in deze zaak zijn beide producenten van ‘ronde lolly’s van bovengemiddeld formaat’. Eiser biedt haar lolly’s te koop aan in winkels via een door haar speciaal ontworpen display. In het kader van een eventuele (niet-gerealiseerde) samenwerking heeft eiser aan gedaagde inzage gegeven in bedrijfsinformatie over producten waaronder over de displays. Een jaar later ontdekt eiser dat gedaagde haar lolly’s via identieke lolly-displays is gaan aanbieden. Zij start via een advocaat gespecialiseerd in intellectueel eigendomsrecht een kort geding en eist staking van het gebruik van de display en een rectificatie aan de winkeliers dat de displays onrechtmatig gebruikt zijn door gedaagde.

Nabootsen andermans producten mag in principe

De rechter stelt voorop dat het eenieder in het economisch verkeer in beginsel vrij staat producten van anderen (mits niet beschermd door een intellectueel eigendomsrecht) na te bootsen en met die nagebootste producten concurrerende activiteiten te ondernemen. Deze nabootsing leidt slechts onder bijzondere omstandigheden tot een onrechtmatige daad. Hiervoor is vereist dat er sprake is van nodeloze nabootsing ook op (ontwerp)punten waar het mogelijk was een andere weg in te slaan, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en de bruikbaarheid van het product. Verder moet het nagebootste product een eigen plaats hebben in de markt met onderscheidend vermogen. Tot slot zal er sprake moeten zijn van verwarringsgevaar.

Rechter: sprake van nodeloze slaafse nabootsing

In deze zaak is de rechter er snel uit. De lolly display van gedaagde is een nagenoeg identieke kopie van die van eiser. Alleen de kleur is verschillend. De rechter meent dat gedaagde –vrij vertaald- gewoonweg te lui is geweest om een ander ontwerp te maken terwijl dat wel mogelijk was. Dit blijkt uit vergelijking met andere lolly displays die totaal verschillend zijn dan die in deze zaak. Maar, zo vervolgt de rechter, deze slaafse nabootsing kan niet tot een onrechtmatige daad leiden. Het gaat bij het in aanmerking komende publiek namelijk niet om de displays maar om de lolly’s. Niet is aangevoerd dat gedaagde de lolly’s van eiser onrechtmatig heeft nagebootst.

Rechter: geen verwarringsgevaar bij publiek te duchten

Er is geen gevaar voor verwarring van de producten van partijen enkel omdat de displays hetzelfde zijn. Daarbij komt dat de displays nauwelijks voor het publiek te zien zijn omdat deze altijd gevuld zijn met lollies. Daarnaast neemt de display van eiser ook geen eigen plaats in de markt in. Eiser richt zich op de productie en vermarkting van lolly’s, niet van lolly-displays. De displays worden slechts ten behoeve van de lolly-productie aan de winkelier aangeboden. Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat gedaagde door de slaafse nabootsing van de display onrechtmatig voordeel trekt ten nadele van eiser uit het succes van eiser. De vorderingen worden afgewezen.