Auteursrecht op de handvatten van zwepen en spankingsinstrumenten

Hidde Reitsma Hidde Reitsma 15 september 2021 4 min

De Rechtbank Rotterdam heeft onlangs een oordeel geveld in een juridische wapenstrijd tussen twee verkopers van zwepen en spankingsinstrumenten.

Wat was er aan de hand?

O-Products kocht aanvankelijk de originele zwepen in bij de ontwerper daarvan. Op een bepaald moment werd de inkoop gestopt. Niet veel later kwam de ontwerper erachter dat O-Products zwepen verhandelde die niet van hem afkomstig waren, maar wel zeer leken op de originele zwepen van de ontwerper.

De ontwerper eiste daarom onder andere een verbod bij de rechter gebaseerd op het auteursrecht.

Auteursrechtelijk werk

De maker van een auteursrechtelijk werk kan in beginsel een ieder verbieden om zijn werk te verveelvoudigen en openbaar te maken. Als een partij zich beroept op het auteursrecht, dan zal moeten blijken dat zijn werk ook een ‘werk’ is in de zin van de Auteurswet. Daarvan is sprake als het werk een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Daarmee wordt bedoeld dat het werk niet mag zijn ontleend aan het werk van een ander én dat blijkt van voldoende creatieve keuzes die in het werk tot uitdrukking komen.

Argumenten eiser

In dit geschil spitste de vraag zich toe op het handvat van de zwepen. Dat zou op zichzelf een werk zijn aldus de eiser. Alle handvatten van de originele zwepen waren hetzelfde qua vorm. De ontwerper heeft op dit punt aangevoerd: “dat hij creatieve keuzes heeft gemaakt gezien de relatieve lengte van het handvat en de doppen, en door te kiezen voor roestvrijstalen doppen die over beide uiteinden van het handvat zijn geschoven en door die te voorzien van een opstaande ring aan de binnenzijde van de handgreep.”

Argumenten gedaagde

Geen auteursrechtelijk werk

O-Products stelde daarentegen dat het handvat géén werk is in de zin van de auteurswet. Volgens O-Products is de vormgeving namelijk ontleend aan de vormgeving van oudere ontwerpen. Daarbij heeft zij een foto overgelegd van een oudere zweep/handvat. Dit verweer faalde. De rechter merkte daarover namelijk op dat O-Products: 

“(…)een, niet erg duidelijke, afbeelding van deze Easytoys in het geding [heeft] gebracht. Die afbeelding laat zich niet goed vergelijken met het ter zitting getoonde echte product van [ontwerper]. De rechtbank moet daarom uitgaan van hetgeen partijen hierover hebben gesteld. De eventueel nadelige gevolgen daarvan komen voor risico van O-Products, nu de rechtbank partijen voorafgaand aan de zitting uitdrukkelijk heeft uitgenodigd en in de gelegenheid gesteld om producten van derden, voor zover men zich daarop wilde beroepen, ter zitting te tonen (zittingsagenda).”

O-Products heeft dus kansen laten liggen. 

Ook zou de vorm van de zweep en materiaalgebruik te gangbaar zijn (aldus banaal en triviaal), waardoor het géén werk zou kunnen zijn in auteursrechtelijke zijn. De rechter ging daarin niet mee en vond dat wel sprake was van een auteursrechtelijk werk.

Makerschap

Ook stelde O-Products dat de ontwerper niet de zogeheten maker zou zijn. Dit verweer faalde. De naam van de ontwerper stond namelijk op foto’s van de oudste producten zodat de rechter bij gebrek aan tegenbewijs ervan moest uitgaan dat die persoon de zogeheten maker was. Aan die persoon komen in beginsel de auteursrechten toe.

Ook bepleitte O-Products dat sprake zou zijn van gemeenschappelijk auteursrecht. Ook daarin ging de rechter niet mee. De summiere toevoegingen op verzoek van O-Products op het basismodel waren te gering om van een nieuw gemeenschappelijk werk te spreken.

Auteursrecht via het modelrecht?


Via het modellenrecht kan de opdrachtgever in sommige gevallen ook de auteursrechthebbende worden. Ondanks dat O-Products zich niet op het modellenrecht beriep, besprak de rechter die eventuele mogelijkheid. De rechter oordeelde echter dat die bepaling uit het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom hoe dan ook niet van toepassing was. Daarvoor is namelijk vereist dat “een standaardmodel wordt ontworpen met het oog op de vervaardiging daarvan op industriële schaal in het bedrijf van de opdrachtgever”. Van dat laatste was geen sprake. O-Products heeft namelijk opdracht gegeven aan de ontwerper om de zwepen aan haar te leveren; niet om die zelf te gaan produceren. Via deze weg kwam aan O-Products dus ook geen auteursrecht toe.

Klappen van de zweep


De rechtbank wees het verbod toe en veroordeelde O-Products tot het plaatsen van een rectificatie, betaling van de proceskosten van bijna €9.000,-, en schadevergoeding op te maken bij staat. De belangrijkste les uit dit vonnis is dat het raadzaam is om de producten waarover het geschil gaat mee te nemen naar de rechtbank en duidelijke foto’s te gebruiken in processtukken.