Bestuurder aansprakelijk voor vordering schuldeiser bij onterechte turboliquidatie
Als er geen vermogen (baten) meer aanwezig is bij de ontbinding van een vennootschap, dan houdt deze direct op te bestaan. Gebruikelijk is dat een ontbonden vennootschap blijft bestaan gedurende de vereffening. Maar bij een turboliquidatie, zoals deze procedure wordt genoemd, vindt geen vereffening plaats. Dit kan soms tot frustratie van schuldeisers leiden, bijvoorbeeld als er discussie is over de vraag of niet toch vermogen aanwezig is. Een bestuurder kan bij een onterechte turboliquidatie zelfs persoonlijk aansprakelijk zijn tegenover schuldeisers van de ontbonden vennootschap. Advocaat insolventierecht Hidde Reitsma gaat hier nader op in aan de hand van recente rechtspraak.
Ontbinding zonder vereffening
In een recente zaak was de vraag of de bestuurder onrechtmatig had gehandeld tegenover de schuldeiser door een turboliquidatie uit te voeren. De schuldeiser had een vordering op het bouwbedrijf van bestuurder en had een veroordelend vonnis gehaald bij de rechter. Het bouwbedrijf was gedurende de incassoprocedure ontbonden. In het handelsregister stond vermeld dat het bouwbedrijf was opgehouden te bestaan omdat er geen bekende baten meer aanwezig waren. Er had geen vereffening plaats gevonden en er was sprake van een turboliquidatie.
Bestuurdersaansprakelijkheid
De schuldeiser stelde vervolgens de bestuurder van het bouwbedrijf persoonlijk aansprakelijk. Hij zou onrechtmatig hebben gehandeld. Door namelijk niet tot een behoorlijke vereffening van het bouwbedrijf over te aan, heeft de bestuurder bewerkstelligd dat de vordering van de schuldeiser niet werd voldaan. Volgens de schuldeiser waren hiervoor echter wel de middelen beschikbaar. Er zou dus sprake zijn van betalingsonwil (en niet betalingsonmacht), aldus de schuldeiser.
Ernstig verwijt bestuurder
De rechter stelt voorop dat alleen een rechtspersoon zelf aansprakelijk is voor haar schulden. Een bestuurder kan in bijzondere gevallen persoonlijk aansprakelijk zijn tegenover derden. Vereist is dat de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt dat hij jegens de derde de norm van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) heeft geschonden. Dit is in beginsel het geval als de bestuurder bij het aangaan van de verbintenis wist of moest weten dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en voor de daardoor ontstane schade ook geen verhaal zou kunnen bieden.
Advocaat Amsterdam bij turboliquidatie
De schuldeiser stelt dat er nog baten waren, althans dat baten zijn verdwenen. Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het gestort aandelen kapitaal van € 18.000 in december 2017 nog aanwezig was maar per 16 mei 2018, de dag van de ontbinding, verlaagd is naar € 2,-. De rechter is van mening dat bij de ontbinding dit kapitaal van de vennootschap moet zijn vrijgekomen. Er waren dus baten die, in geval van vereffening, gebruikt hadden kunnen worden om de vordering van de schuldeiser te voldoen. Er is daarom sprake van betalingsonwil. Hiervan kan de bestuurder een ernstig verwijt worden gemaakt. Dit levert een onrechtmatige daad op tegenover de schuldeiser. De bestuurder wordt veroordeeld om de vordering aan de schuldeiser te voldoen.