Recentelijk oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel in een wel heel opvallende zaak. Een hondenpension beroept zich op haar retentierecht op een tweetal honden omdat de pensionkosten niet zijn betaald. De eigenaren vorderen in kort geding afgifte van de de honden. Het retentierecht wordt veel ingeroepen in het bouwrecht, en ook in de incassopraktijk wordt vaak een beroep op het retentierecht gedaan. Daarom bespreekt incasso advocaat Thomas van Vugt de zaak.
Verhaal op huisdieren
Een huisdier was tot 1 januari 2013 juridisch gezien een roerende zaak. Op die datum is artikel 3:2a BW in werking getreden; daarin is bepaald dat dieren weliswaar geen zaken zijn, maar dat de bepalingen met betrekking tot zaken wel op dieren van toepassing zijn.
Dit houdt in dat schuldeisers zich op een huisdier kunnen verhalen. Er kan dus ook beslag worden gelegd op een huisdier. Vraag is echter of dit zinvol is. Een hond of een kat vertegenwoordigd vaak geen grote waarde, anders dan de emotionele waarde van de eigenaren. Daarbij dient er tijdens de inbeslagname voor worden gezorgd dat het huisdier goed wordt verzorgd. Hiervoor dient doorgaans een derde (deskundige) ingeschakeld te worden. Dit kan een kostbare aangelegenheid zijn. Ook dient een rechter toestemming te verlenen voor het leggen van beslag. Een rechter zal hier niet snel toe overgaan als het een dier met slechts emotionele waarde betreft. Dit kan anders zijn bij beslag op bijvoorbeeld paarden, die doorgaans een grotere waarde vertegenwoordigen dan een gemiddeld gezelschapsdier.
Voor beroep op retentierecht doet hoogte vordering niet terzake
De honden waren in dit geval een week lang in het hondenpension verbleven. De honden zijn aan het einde van de week niet opgehaald. Omdat de eigenaren weigeren de pensionkosten te betalen, weigert het hondenpension de honden aan de eigenaren terug te geven. De honden verblijven dan ook nog steeds in het pension. De vordering van het hondenpension is ongeveer € 2.500,-. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van het hondenpension vast staat en opeisbaar is. Ook is de hoogte van de vordering in beginsel niet van belang voor een beroep op een retentierecht, aldus de voorzieningenrechter. Aan het hondenpension komt dan ook een retentierecht op de honden toe.
Echtheid over en weer verzonden e-mails
Opmerkelijk aan deze zaak is verder nog het volgende. De eigenaren hebben zich nog op het standpunt gesteld dat het hondenpension hen per e-mail zouden hebben laten weten dat de honden langer in het pension moesten verblijven omdat zij een ziekte onder de leden hadden. Het hondenpension zou in diezelfde e-mail hebben toegezegd dat geen kosten in rekening zouden worden gebracht voor het verlengde verblijf. Deze e-mails zijn, op verzoek van de voorzieningenrechter, door de eigenaren doorgestuurd aan de griffier en geprint overgelegd aan de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat, hoewel de tekst van de doorgestuurde e-mails overeenkomst met de geprinte e-mails, na summier onderzoek van de doorgestuurde e-mails het niet mogelijk is gebleken om de echtheid van de e-mails vast te stellen. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat de e-mails in het kort geding niet afdoende tot bewijs kunnen dienen.
Incasso advocaat
AMS Advocaten is een advocatenkantoor gespecialiseerd in incasso. Wordt u geconfronteerd met een vordering die mogelijk verjaard is of wilt u uw eigen vorderingen zekerstellen, kunt u altijd opnemen met een van onze advocaten.