Geldvordering in kort geding voldoende aannemelijk?

Hidde Reitsma Hidde Reitsma 2 mei 2018 3 min

Een geldvordering kan in kort geding worden toegewezen als de vordering aan een aantal criteria voldoet. Het belangrijkste criterium is dat de geldvordering aannemelijk moet zijn. Dit was niet het geval in een recent kort geding tussen twee advocaten en hun verzekeraar. Advocaat Hidde Reitsma, gespecialiseerd in incassozaken, licht de uitspraak toe.

Tuchtzaak advocaten

Twee advocaten waren persoonlijk in een aantal procedures verwikkeld. Er liep een tuchtprocedure tegen hen in verband met onbehoorlijke taakuitoefening. Daarnaast hadden de advocaten een aansprakelijkheidsstelling gekregen van een cliënt. In verband met deze klacht hadden de advocaten zelf een procedure tegen een gemeente aangespannen.

Dekking beroepsaansprakelijkheids-verzekering

De juridische kosten die de advocaten voor deze procedures hadden gemaakt, hadden zij bij hun verzekeraar neergelegd. Volgens de advocaten vielen de kosten onder de dekking van hun beroepsaansprakelijkheidsverzekering. De verzekeraar heeft -op een klein bedrag na- de claim afgewezen. De advocaten startten een incasso kort geding.

Vordering voldoende aannemelijk?

Bij een incasso kort geding zal de rechter eerst moeten onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is. Deze eis geldt natuurlijk ook bij vorderingen die in een gewone procedure worden ingediend, maar bedenk dat in kort geding geen uitgebreide bewijslevering aan de orde is. Er worden geen getuigenverhoren gehouden en ook kan de rechter geen deskundigen raadplegen. Als de gedaagde een goed onderbouwd verweer tegen de vordering heeft, wordt toewijzing in kort geding al meteen lastig.

Spoedeisend belang

Bovendien moet de eiser met feiten en omstandigheden aantonen dat hij niet kan wachten op een vonnis in een gewone bodemzaak. In het geval dat de eiser voor zijn levensonderhoud afhankelijk is van de betaling, is in de regel voldoende. Ook een onderneming die in grote financiële nood verkeert, heeft een spoedeisend belang bij betaling.

Restitutierisico

Als een spoedeisend belang wordt aangenomen, zal de rechter de belangen van partijen moeten afwegen. Hierbij speelt met name het restitutierisico een rol. Als de vordering wordt toegewezen en de bodemrechter of een appelrechter in een later stadium de vordering alsnog afwijst, moet de eiser het geld wel kunnen terugbetalen.

Polis geen dekking voor kosten

In deze zaak strandde de vordering van de advocaten al op het eerste criterium: het aannemelijk maken van de vordering. De verzekeraar voerde aan dat de polis slechts dekking biedt voor vergoeding van door derden geleden schade als gevolg van een fout en kosten van verweer. De geclaimde kosten vielen hier niet onder. Zo konden de procedures die de advocaten waren begonnen niet aangemerkt worden als verweer. Daarnaast was er geen sprake van een schadeclaim van een derde. Bovendien hadden de advocaten nagelaten om voorafgaande toestemming te vragen om de kosten te maken.

Geen spoedeisend belang advocaten

De voorzieningenrechter wees de vordering van de advocaten dus af. Ten overvloede overwoog de rechter nog dat zelfs als de polis wel dekking zou bieden, de advocaten niet voldoende hadden aangetoond dat zij een spoedeisend belang hadden.