Het komt vaak voor dat een procedure wordt gevoerd tussen partijen die niet allebei in hetzelfde land gevestigd zijn. Bij het begin van zo’n procedure speelt de vraag welke rechter bevoegd is (ook wel rechtsmacht, of jurisdictie). Na afloop is de vraag hoe een buitenlands vonnis in een ander land kan worden geëxecuteerd (oftewel: ten uitvoer kan worden gelegd, bijvoorbeeld door middel van executoriale beslaglegging). Incasso advocaat Hidde Reitsma legt uit.
Rechtsmacht en tenuitvoerlegging vonnis binnen EU
Bij grensoverschrijdende burgerlijke- en handelszaken (civiele rechtszaken) geldt al sinds 2002 binnen de EU (met uitzondering van Denemarken, waarvoor echter vrijwel hetzelfde regime geldt) de EEX-verordening (Verordening 44/2001, ook wel ‘Brussel 1’). In deze regeling, die in de EU de kracht heeft van een wet, zijn bepalingen opgenomen over twee belangrijke internationale aspecten van procedures. In de eerste plaats beantwoordt de EEX-verordening de vraag welke rechter bevoegd is van geschillen kennis te nemen (de vraag van rechtsmacht, of jurisdictie). Daarnaast bevat de EEX-verordening een regeling aangaande de erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen binnen de EU.
Nieuwe EEX-verordening vanaf 2015
In december 2012 heeft het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie een verordening aangenomen (verordening 1215/2012, PbEU 2012 L351/1, die van toepassing zal zijn op procedures (rechtsvorderingen) die zijn ingesteld vanaf 10 januari 2015, alsmede authentieke akten die vanaf die datum zijn verleden en gerechtelijke schikkingen die nadien zijn getroffen.
Erkenning van een vonnis uit de EU in Nederland
De (oude) EEX-verordening voorziet erin dat alle door EU lidstaten gegeven rechterlijke beslissingen (of een aldaar verleden authentieke akte of een gerechtelijke schikking) zonder vorm van proces worden erkend (bijvoorbeeld in andere lopende procedures). Voorts voorziet de verordening in een eenvoudige procedure waarbij zo’n beslissing door iedere andere lidstaat uitvoerbaar kan worden verklaard. Een dergelijke procedure werd vroeger wel “exequatur” genoemd.
Verklaring van uitvoerbaarheid van buitenlands vonnis
De partij die een vonnis in een andere lidstaat wil executeren dient te verzoeken het vonnis uitvoerbaar te verklaren. Daarbij moeten volgens de verordening slechts de volgende stukken worden overgelegd:
- een door het gerecht dat de beslissing gaf ingevuld standaard certificaat (bijlage V bij de verordening); dit certificaat bevat de gegevens bevat over het gerecht dat de beslissing gaf, het zaaknummer en de partijen,
- een gewaarmerkt kopie van het vonnis,
- (in de meeste gevallen:) een vertaling van het vonnis in het Nederlands.
Zo’n verzoek wordt in Nederland gedaan aan de voorzieningenrechter; de uitvoeringswet EEX-verordening regelt het verloop van deze eenvoudige procedure: het verzoek kan worden ingediend door een advocaat. Als is gebleken dat aan alle formaliteiten is voldaan verklaart de voorzieningenrechter het vonnis uitvoerbaar; daarbij wordt een proceskostenveroordeling uitgesproken. Daarna dient de verklaring van uitvoerbaarheid te worden betekend aan de partij tegen wie het vonnis ten uitvoer kan worden gelegd.
Hoger beroep tegen verklaring van uitvoerbaarheid
De EEX-verordening voorziet in de mogelijkheid van hoger beroep (maar op beperkte gronden) tegen een afgegeven verklaring van uitvoerbaarheid. Dat beroep moet worden ingesteld bij de rechtbank van de voorzieningenrechter die de verklaring afgaf, en moet binnen een maand (in sommige gevallen twee maanden) na betekening zijn ingesteld. In Nederland wordt het beroep behandeld als een verzoekschriftprocedure. Het gevolg daarvan is dat het stuk waarmee beroep wordt ingesteld de gronden voor het beroep moet bevatten. In dit hoger beroep kan de zaak niet inhoudelijk worden behandeld.
Verklaring van uitvoerbaarheid intrekken
De verklaring van uitvoerbaarheid kan enkel worden ingetrokken indien (kort gezegd) is gebleken dat niet aan een aantal fundamentele rechts- en procesbeginselen is voldaan:
- als de erkenning kennelijk strijdig is met de openbare orde van de aangezochte lidstaat;
- als het stuk dat het geding oorspronkelijk inleidde (de dagvaarding, of een gelijkwaardig stuk), zo laat en/of op zodanige wijze aan de oorspronkelijke gedaagde is bezorgd als met het oog op zijn verdediging nodig was;
- als de beslissing onverenigbaar is met een tussen dezelfde partijen in de aangezochte lidstaat reeds gegeven beslissing, en
- als de beslissing onverenigbaar is met een beslissing die eerder, in een andere lidstaat of in een derde land tussen dezelfde partijen is gegeven in een geschil dat hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust, mits deze laatste beslissing voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in de aangezochte lidstaat.
Verdrag van Lugano: Scandinavië en Zwitserland
Voor een aantal niet-EU lidstaten, die wel in of rond Europa gelegen zijn, bestaat het Verdrag van Lugano, waarbij Nederland partij is. Bij dit verdrag zijn onder meer Noorwegen, Zweden, IJsland en Zwitserland partij. Het verdrag regelt op (min of meer) dezelfde wijze als de EEX-verordening dat in die landen gegeven beslissingen in Nederland worden erkend en uitvoerbaar kunnen worden verklaard.
Advocaat voor executie buitenlands vonnis in Nederland
De incasso advocaten van AMS hebben veel ervaring met het behandelen van internationale (incasso)zaken, en met grensoverschrijdende tenuitvoerleggingen