Een VVE vertegenwoordigt haar leden in rechte. Dit houdt in dat de VvE namens haar leden in gerechtelijke procedures kan optreden en procedures kan starten. Bijvoorbeeld een incassoprocedure wegens een niet betaalde vordering van een debiteur. Als een VvE een andere partij dagvaardt en dus als eiser optreedt, is zij verplicht griffierecht te betalen aan de rechtbank. Doet zij dit niet op tijd dan kan ontslag van instantie het gevolg zijn. VvE advocaat Thomas van Vugt legt aan de hand van een recente zaak uit wat ontslag van instantie inhoudt.
Partijen in procedure verplicht tot betaling griffierecht
In deze zaak had een VvE een vordering ingesteld tegen een derde. Op grond van de Wet griffierechten burgerlijke zaken moet de eiser ervoor zorgen dat het verschuldigde griffierecht binnen vier weken na de eerstdienende dag (de dag die als dienende dag in de dagvaarding is genoemd) is betaald. Gebeurt dit niet of te laat, dan ontslaat de rechter de gedaagde partij van de instantie. Anders gezegd, dan vervalt de procedure.
Hoogte griffierecht afhankelijk van omvang vordering
De hoogte van het griffierecht is afhankelijk van de hoofdsom van de vordering. Het griffierecht voor vordering tot en met € 100.000 bedraagt € 1.929,-. Voor vorderingen van meer dan € 100.000 loopt het verschuldigde griffierecht echter op naar € 3.903,-. Twee keer zoveel dus! Als de originele vordering maar net boven deze grens valt of als niet valt te verwachten dat er meer dan € 100.000 zal worden toegewezen door de rechter, is het soms verstandig om de vordering in de dagvaarding te beperken tot € 100.000. Hierdoor vermijd je dat het hogere griffierecht tarief in rekening wordt gebracht.
Incassokosten tellen mee voor bepaling griffierecht
De oorspronkelijke vordering van de VvE bedroeg meer dan € 100.000. Om proces-economische redenen (hiervoor genoemd) had de advocaat van de VvE de vordering in de dagvaarding beperkt tot € 100.000. Maar wat hij was vergeten is dat de buitengerechtelijke kosten (de incassokosten die al door de VvE waren gemaakt) meetelden voor de bepaling van het griffierecht. De vordering kwam aldus toch boven € 100.000 uit. Consequentie van deze fout was dat er te weinig griffierecht was afgedragen aan de rechtbank voordat de termijn verstreek.
Toepassing hardheidsclausule bij onbillijke situatie
In sommige situaties kan een rechter ontslag van instantie achterwege laten als hij van oordeel is dat dit, gelet op het belang van één of meer van de partijen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit wordt de hardheidsclausule genoemd. In dit geval achtte de rechtbank geen grond voor toepassing van deze clausule aanwezig.
Ontslag van instantie laat starten nieuwe dagvaarding onverlet
De rechtbank ontsloeg de gedaagde partij dus van instantie. Een behoorlijke blunder van de advocaat en een financiële aderlating voor de VvE. Die moest nu naast haar eigen griffierecht ook het griffierecht dat de schuldenaar had betaald ad € 3.900 dragen. De schuldenaar komt door een dergelijk ontslag van instantie niet zomaar onder zijn betalingsverplichtingen uit. De VvE kan namelijke gewoon een nieuwe dagvaarding uitbrengen. Dit keer wel goed opletten dat de vordering inclusief incassokosten onder de tariefgrens valt!