Op Schiphol wordt het recht om de exploitatie van de bedrijfs- en balieruimten uit te voeren middels concessies aan derden verleend. Deze concessieovereenkomsten worden aangegaan tezamen met een huurovereenkomst voor de betreffende balie of bedrijfsruimte. Gezien de sterke samenhang van de twee contracten kan de beëindiging van de één directe gevolgen hebben voor het voortbestaan van de ander. Advocaat huurrecht bedrijfsruimte Thomas van Vugt legt uit.
Concessieovereenkomst voor bepaalde duur
In een recente zaak stonden Schiphol en de onderneming VATfree tegenover elkaar in de rechtbank. Schiphol had aan VATfree, dat zich bezig houdt met btw-restitutie aan reizigers van buiten de EU, een concessie verleend voor de bepaalde duur van 5 jaar. Tevens was er een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een balie in de terminal.
Huurovereenkomst van rechtswege geëindigd?
Tegen het einde van de contracttermijn besloot Schiphol de concessie niet te verlengen. Volgens Schiphol betekende het einde van de concessie automatisch het einde van de huurovereenkomst en daarom was geen afzonderlijke opzegging van de huurovereenkomst nodig. VATfree dacht hier anders over en stapte naar de rechter. In eerste aanleg kreeg Schiphol gelijk.
Strijdige contractsbepalingen
In hoger beroep buigt het hof zich over de kwestie. Het geschil betreft de uitleg van contractsbepalingen die strijdig met elkaar zijn. In de huurovereenkomst staat dat de huur wordt aangegaan voor een periode van 5 jaar (tot 2016) waarna de overeenkomst wordt voortgezet voor wederom 5 jaar (tot 2021). Vervolgens loopt de overeenkomst door voor telkens één jaar. Opzegging is mogelijk met inachtneming van een opzegtermijn van één jaar.
Verlenging concessieovereenkomst
De concessieovereenkomst, die enkele maanden na de huurovereenkomst is gesloten, stelt daarentegen dat de concessie wordt aangegaan voor 5 jaar (tot 2016) en dat stilzwijgende verlenging expliciet is uitgesloten. In plaats daarvan dienen partijen 6 maanden voor het aflopen van de concessie met elkaar in overleg te treden over een mogelijke verlenging. Voorts is in de concessieovereenkomst bepaald dat het einde van de overeenkomst de gelijktijdige beëindiging van al die overeenkomsten met zich meebrengt welke Schiphol met VATfree heeft gesloten. Daarnaast staat nog eens expliciet dat Schiphol ruimte op de luchthaven ter beschikking stelt doch uitsluitend in het kader en ten hoogste voor de duur van de Concessieovereenkomst.
Hof: einde concessie is einde huur
Het hof overweegt dan ook dat, ondanks de opzegtermijn welke in de huurovereenkomst staat, het duidelijk voor VATfree had moeten zijn dat het einde van de concessieovereenkomst ook het einde van de huurovereenkomst met zich meebrengt . Hierbij weegt het hof mee dat de concessieovereenkomst is gesloten na de huurovereenkomst en dat partijen bedacht hadden moeten zijn op de invloed van de bepalingen van de concessie op de reeds gesloten huurovereenkomst.
Advocaat bij concessieovereenkomst
In deze zaak schuift het hof het doorgaans toegepaste recht op huurbescherming terzijde. Volgens het hof heeft VATfree ermee ingestemd dat het bestaan van de huurovereenkomst afhankelijk was van dat van de concessieovereenkomst. Dit is in deze zaak ook logisch. VATfree zou niet veel hebben aan een huurrelatie met Schiphol zonder dat zij ook het recht heeft om haar diensten aan te bieden vanuit dat gehuurde. Maar het hangt van de inhoud van de contracten af. Let bij het aangaan van een concessie- en huurrelatie dus goed op hoe de ene overeenkomst zich verhoudt tot de andere.