3 min lezen

Intreden ontbindende voorwaarde leidt niet tot herplaatsingsverplichting en aanzegvergoeding

NL

Sommige arbeidsovereenkomsten bevatten een ontbindende voorwaarde Een ontbindende voorwaarde doet de verbintenis met het plaatsvinden van een gebeurtenis vervallen.
» Meer over ontbindende voorwaarde
ontbindende voorwaarde
. Het doel van zo’n voorwaarde is de arbeidsovereenkomst De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst
van rechtswege te laten eindigen als die voorwaarde intreedt. Het is alleen mogelijk een ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst op te nemen als de (i) ontbindende voorwaarde niet in strijd is met het gesloten ontslagstelsel, (ii) vervulling van de ontbindende voorwaarde niet te beïnvloeden is door een van de partijen en (iii) arbeidsovereenkomst door het intreden van die voorwaarde feitelijk inhoudsloos is geworden. Een voorbeeld van een ontbindende voorwaarde is dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt als de werknemer de vereiste opleiding niet succesvol afrondt. Maar wat gebeurt er als die ontbindende voorwaarde intreedt? Heeft een werkgever dan nog steeds een herplaatsingsverplichting in een andere functie waarvoor die ontbindende voorwaarde niet geldt? Is de werkgever in zo’n situatie de aanzegvergoeding verschuldigd? De kantonrechter Rotterdam boog zich onlangs over zo’n kwestie. Arbeidsrecht advocaat Sander Schouten bespreekt deze uitspraak.

Ontbindende voorwaarde

De werkneemster trad op 1 mei 2020 in dienst bij de Staat in de functie van douane groepsfunctie C. Voor deze functie is het volgen van een (start)opleiding vereist. Daarom bevat de arbeidsovereenkomst een ontbindende voorwaarde, die inhoudt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt indien de Toetsingscommissie zou beslissen dat (onderdelen van) de (start)opleiding niet succesvol is of zijn voltooid.

Onvoldoende voor onderdeel opleiding

De werkneemster sluit een onderdeel van de opleiding al voor de derde keer met een onvoldoende af. Om die reden kan zij de (start)opleiding niet meer succesvol afronden.

Beëindiging arbeidsovereenkomst

Als gevolg daarvan laat de Staat aan de werkneemster weten dat haar arbeidsovereenkomst met ingang van 9 september van rechtswege is beëindigd.

Beleidsregel tot plaatsing in werkproces

De werkneemster beroept zich daarna op een binnen de Staat gehanteerde beleidsregel waarin staat dat een deel van de (niet geslaagde) cursisten alsnog kan worden geplaatst in een werkproces waarvoor geen afgeronde (start)opleiding noodzakelijk is.

Werkneemster start gerechtelijke procedure

In deze procedure verzoekt de werkneemster primair herstel van haar arbeidsovereenkomst. De werkneemster meent dat de Staat in strijd met het goed werkgeverschap heeft gehandeld door (i) haar geen aanvullend dienstverband aan te bieden en haar daarbij een andere functie op te dragen waarvoor de (start)opleiding geen vereiste is en (ii) niet uit te leggen waarom zij niet herplaatst kan worden. Subsidiair verzoekt de werkneemster de Staat te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding en een aanzegvergoeding. De Staat meent dat hij niet gehouden is de arbeidsovereenkomst voort te zetten en dat hij ook niet verplicht is om te motiveren waarom hij de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd.

Geen herplaatsingsverplichting

Tussen partijen staat vast dat de wettelijke herplaatsingsverplichting niet aan de orde is. Ook uit de beleidsregel blijkt niet dat de Staat een verplichting tot herplaatsing zou hebben, aldus de kantonrechter.

Ontbindende voorwaarde is ingetreden

De kantonrechter gaat verder door te oordelen dat de ontbindende voorwaarde uit de arbeidsovereenkomst is ingetreden doordat de werknemer de (start)opleiding niet succesvol heeft afgerond. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is beëindigd.

Geen motiveringsplicht voor de Staat

Verder is de kantonrechter van oordeel dat de Staat geen motiveringsplicht heeft ten aanzien van het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst en/of een eventuele mogelijkheid tot herplaatsing.

Geen recht op aanzegvergoeding

Tot slot oordeelt de kantonrechter dat de werkneemster geen recht heeft op de aanzegvergoeding omdat de werkneemster daarop binnen de vervaltermijn van twee maanden na het beëindigen van haar arbeidsovereenkomst geen beroep heeft gedaan en de wettelijke uitzondering dat het einde van de arbeidsovereenkomst afhankelijk is van een gebeurtenis en niet een kalenderdatum van toepassing is. Alle verzoeken van de werkneemster worden afgewezen.

Sander Schouten

Sander Schouten

Sander is sinds 2001 advocaat. Hij heeft bij twee middelgrote advocatenkantoren in Amsterdam ervaring opgedaan. Sander legt zich voornamelijk toe op de rechtsgebieden ondernemingsrecht, insolventierecht, verbintenissenrecht en arbeidsrecht. Volg Sander op LinkedIn of Twitter.
Ravel Residence