Wanneer de gedaagde een conclusie van antwoord heeft ingediend, zal de rechter een datum bepalen voor een mondelinge behandeling, ook wel comparitie van partijen genoemd. Hierbij dienen zowel de eiser als de gedaagde, samen met hun advocaten, fysiek voor de rechter te verschijnen. Tijdens deze mondelinge behandeling krijgen de advocaten de gelegenheid om hun pleidooien te houden, en de rechter kan vragen stellen, aan zowel (de advocaat van) de gedaagde en (de advocaat van) de eiser.
Ook kunnen partijen proberen een schikking te treffen; hiervoor worden zij vaak naar de gang gestuurd door de rechtbank om buiten de rechtszaal tot een overeenkomst te komen. Als een schikking wordt bereikt, worden de afspraken direct vastgelegd in een proces-verbaal, dat door beide partijen wordt ondertekend. Dit proces-verbaal leidt vervolgens tot royement van de zaak, waarmee de procedure wordt beëindigd.
Indien geen schikking wordt bereikt, zal de rechter uitspraak doen. In uitzonderlijke gevallen kan de rechter direct mondeling uitspraak doen. In de meeste gevallen zal de rechter echter een termijn bepalen waarbinnen een schriftelijke uitspraak zal volgen. De rechter kan ook besluiten dat nadere behandeling van de zaak noodzakelijk is, bijvoorbeeld door het toestaan van een aktewisseling, waarbij partijen aanvullende feiten kunnen aandragen of kunnen reageren op nieuw ingebrachte stukken.