1 min lezen

huurbeding

Thomas van Vugt
Thomas van Vugt
Neem contact op

Huurbeding in hypotheekakte

Als een hypotheekakte een bepaling bevat dat de eigenaar van een bedrijfsruimte alléén mag verhuren met toestemming van de hypotheekhouder (de bank), dan is er sprake van een zogenoemd huurbeding.

Het huurbeding is geregeld in artikel 264 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het huurbeding ontneemt de eigenaar van een bedrijfsruimte dus de bevoegdheid om zonder toestemming van de hypotheekhouder te verhuren.

Huurbeding inroepen

Het huurbeding kan ingeroepen worden door de hypotheekhouder zelf of door de veilingkoper. Het huurbeding kan worden ingeroepen tegen de latere verkrijgers van de betreffende ruimte of tegen de huurder(s). Het huurbeding vormt dus een vergaande uitzondering op de bescherming van de huurder.

Het huurbeding heeft de bedoeling te voorkomen dat een hypotheekhouder in geval van een executieveiling (openbare verkoop) nadeel lijdt. De verkoop van een verhuurde bedrijfsruimte levert immers meestal minder op.

Voor zowel huurder als verhuurder is het in dit soort situaties belangrijk dat tijdig en op de juiste manier voldaan wordt aan de procedurele eisen die de wet stelt. Een advocaat huurrecht kan uitkomst bieden in kwesties waarin het huurbeding een rol speelt. De AMS advocaat staat zowel huurders als verhuurders van bedrijfsruimte bij.

Nieuws-
brief

Ravel Residence