3 min lezen

Grenzen aan frauderegistratie bank

NL

Sinds 1997 houden banken registers bij om fraude te voorkomen. Die registers beogen te voorkomen kan worden dat een klant – nadat de bank de relatie opzegt – bij een andere vestiging van diezelfde bank weer hetzelfde kan uitspoken. Onlangs kwam een klant van een bank in actie tegen zijn registratie in het interne verwijzingsregister (IVR) van die bank. Uit de uitspraak blijkt dat registratie van dit soort gegevens zorgvuldig moet gebeuren. Advocaat Gea Flapper bespreekt de zaak.

Intern verwijzingsregister voor frauduleuze gedragingen

Een startende ondernemer neemt van een bank een product af, waarmee hij online betalingen kan regelen (Ideal). De bank onderzoekt daarna wat de ondernemer met het product doet. Kennelijk roept dat onderzoek vragen op. De bank stelt die vragen vervolgens aan de ondernemer en krijgt daar naar haar smaak geen bevredigende antwoorden op. Er kwam geen duidelijkheid over de wijze waarop de ondernemer zijn bedrijfsvoering financieerde, wie zijn afnemers waren en wat zijn daadwerkelijke achtergronden waren, aldus de bank. De bank zegt daarop de relatie met de ondernemer op en registreert het incident in haar IVR. De ondernemer vorderde vervolgens in een bodemprocedure De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure
dat de bank de registratie uit het IVR verwijdert.

Risicobeheersing versus bescherming persoonsgegevens

In de regel worden gegevens in een IVR opgenomen als een vermoeden van fraude bestaat, oneigenlijk gebruik van producten van een bank of sprake is van andere strafbare of laakbare gedragingen. De bank registreert deze gebeurtenissen in een IVR in het kader van haar risicobeheersing. Voor de klant kan een registratie in een IVR grote gevolgen hebben. Hij moet daarvan melding maken als hij naar een andere bank wil overstappen. De belangen van de klant en de bank lopen hier zodanig uiteen, dat er makkelijk geschillen over ontstaan.

Rechter oordeelt dat bank gegevens moet verwijderen

De ondernemer in deze zaak wilde de registratie ook ongedaan gemaakt hebben. Hij had nog aan een medewerker van de bank gevraagd welke opheldering nog precies nodig was, maar de bank gaf hem geen kans meer de vragen nader op te helderen en zegde de overeenkomst Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst
op onder verwijzing naar haar algemene voorwaarden, waarna registratie van de ondernemer in het IVR volgde. De rechter tikt de bank op de vingers. De bank mocht de overeenkomst wel opzeggen, maar was met de registratie in het IVR te snel omdat de ondernemer niet meer de mogelijkheid werd gegeven om aan de bezwaren van de bank tegemoet te komen. De klant had de bank in een gesprek ook nog gevraagd de mogelijkheid te worden geboden aan de gestelde bezwaren tegemoet te komen. De bank moest de registratie uit het IVR verwijderen.

Klant heeft belang bij vordering tot schrapping uit frauderegister

De bank had nog aangevoerd dat haar IVR alleen voor intern gebruik is. Dit verweer baatte de bank niet. De kantonrechter oordeelde dat het bankwezen veel regels heeft opgesteld om ervoor te zorgen dat banken alleen met integere klanten in zee kunnen gaan. Wil de klant die integriteitsdrempel bij een andere bank nemen, dan ontkomt hij er niet aan te melden dat hij in het IVR van de betreffende bank staat. Dit belemmert hem bij zijn pogingen om een relatie aan te gaan met een andere bank. De vordering wordt daarom toegewezen. De bank moet de registratie van de klant schrappen, op straffe van een dwangsom.

Gea Flapper

Gea Flapper

Gea is sinds 2012 werkzaam als advocaat in Amsterdam. Ze is gespecialiseerd in het aansprakelijkheidsrecht en adviseert, onderhandelt en procedeert op het gebied van het verbintenissenrecht, ondernemingsrecht, incasso en procesrecht Volg Gea op LinkedIn en Twitter.

Ravel Residence